Vervangingspiek in openbare ruimte op til

Negen op de tien gemeenten verwachten tot 2030 een piek aan vervangingsinvesteringen voor wegen, riolering, parken en andere voorzieningen in de openbare ruimte. Bijna de helft heeft er onvoldoende geld voor gereserveerd.

Dat blijkt uit een peiling die is uitgevoerd door Binnenlands Bestuur. Aanleiding was een door ingenieurs- en adviesbureau Antea Group gesignaleerde trend dat gemeenten weinig zicht hebben op de vervangingsopgave in de openbare ruimte.

Toe aan vervanging

Door de grootschalige wijkontwikkeling in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw, zijn inmiddels veel wegen, parken, rioleringen en andere voorzieningen aan vervanging toe. Middels een online vragenlijst zijn ambtenaren die zich bezighouden met openbare ruimte en financiƫn ondervraagd over de stand van zaken in hun gemeente. Met een respons van 113 volledig ingevulde vragenlijsten, geeft de peiling een indicatie van de manier waarop gemeenten tegen hun taken in de openbare ruimte aankijken.

Vervangingsopgave onduidelijk

De meeste respondenten geven aan de vervangingspiek tussen nu en 2030 te verwachten. Doorvragend naar de kosten van die operatie, blijven veel ondervraagden het antwoord schuldig: 88 procent weet het niet of ongeveer. Dat beeld herkent Antea Group in elk geval uit eigen onderzoek: gemeenten hebben wel een globaal, maar geen precies beeld van de vervangingsopgave. Twee van de drie invullers menen dat er onvoldoende geld is gereserveerd voor de noodzakelijke investeringen.

Groenbeheer

Volgens veel ondervraagden zijn de taken in openbare ruimte in de schaduw komen te staan van de toegenomen aandacht voor het sociaal domen. Duidelijk is dat er flink wordt bezuinigd: twee derde van de respondenten stelt dat de openbare ruimte in hun gemeente als bezuinigingspost op de agenda staat. De bezuinigingen vinden vooral plaats op groenbeheer (85 procent), wegen (70 procent) en openbare ruimte (66 procent). Bezuinigen op riolering wordt door slechts 20 procent van de respondenten genoemd.

(Bron: Binnenlands bestuur, auteur: Saskia Buitelaar)