Op 9 januari verscheen in de Volkskrant een artikel vanĀ Charlotte Huisman over de tekorten die bij veel gemeenten in de komende tijd zullen ontstaan. Hierdoor zullen ze opnieuw stevig moeten gaan bezuinigen.
Bron: volkskrant.nl
De bijna vierhonderd Nederlandse gemeenten komen bij ongewijzigd beleid in 2018 gezamenlijk 4,8 miljard euro tekort, omdat hun kosten sterker stijgen dan hun inkomsten. Om hun begroting sluitend te krijgen, zullen zij de komende jaren flink moeten bezuinigen, omgerekend gemiddeld 248 euro per burger. Voor gemeenten met veel ouderen en minder zelfredzame bewoners zal het tekort fors hoger liggen, in sociaal sterke gemeenten veel lager.
Dit voorspelt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) van de Rijksuniversiteit Groningen op grond van een berekening met de landelijke beleidsplannen. De gemeentelijke uitgaven zullen volgens de onderzoekers tot 2018 met 14 procent stijgen, door prijsstijgingen en een stijging van het aantal ouderen. De inkomsten van de gemeenten nemen in die periode toe met slechts 9 procent, onder meer omdat het Rijk de gemeenten minder geld geeft voor het uitvoeren van de nieuwe zorgtaken. Het onderzoek is gedaan in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Gemeenten gaven in 2014 gezamenlijk 53 miljard euro uit, ruim een kwart van de totale overheidsuitgaven. Vanaf dit jaar komt daar 8 miljard euro van het Rijk bij, voor de uitvoering van de nieuwe taken op het gebied van zorg, jeugd en werk. Gemeenten halen gezamenlijk 8,7 miljoen euro binnen met gemeentelijke belastingen. In de berekening van Coelo is al meegenomen dat de gemeenten de komende jaren de onroerendezaakbelasting (ozb) voor huizenbezitters met gemiddeld ruim 4 procent per jaar verhogen.
Verschillen
Coelo heeft de verschillen berekend in de tekorten tussen gemeenten, op grond van een reeks variabelen zoals het percentage ouderen, laagopgeleiden, arbeidsgehandicapten, allochtonen en eenoudergezinnen. Een gemeente met veel inwoners met een zwakke sociale positie heeft volgens deze rekenmethode een twee keer zo groot tekort als een gemeente met welvarende inwoners. Gemeenten in Groningen, Friesland, Drenthe en Zuid-Holland zijn slechter af, net als gemeenten met meer dan 150 duizend inwoners, zeker als deze een centrumfunctie vervullen voor de omliggende gemeenten, bijvoorbeeld bij de opvang van daklozen.
Met een verhoging van de lasten kunnen ze dit gat niet dichten. Dat minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) gisteren bekendmaakte dat hij de gemeenten meer mogelijkheden geeft om belasting te innen, zal daaraan weinig veranderen, zegt directeur Maarten Allers van Coelo, hoogleraar economie van decentrale overheden aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Want de totale belastingopbrengst mag niet omhoog gaan. Gemeenten samen krijgen niet meer geld. Het lost het gat van die 4,8 miljard dus niet op. Wel kan een gemeente in nood gemakkelijker extra geld binnenhalen.’
Minister Plasterk zegt dat hij een veel minder groot tekort verwacht dan Coelo heeft becijferd. ‘De gemeenten gaan in gesprek met hun burgers om te kijken welke hulp ze echt nodig hebben. Daardoor kunnen ze hun taken beter en goedkoper uitvoeren. Gemeenten met een zwakke sociale positie ontvangen bovendien al meer geld van het Rijk dan de welvarendere gemeenten.’
Maar volgens Coelo hebben de gemeenten geen andere optie dan nogmaals fors te bezuinigen. Ze kunnen bijvoorbeeld de eigen bijdrage voor de nieuwe zorgtaken verhogen. ‘De gemakkelijke bezuinigingen hebben de gemeenten al gedaan. Maar bezuinigingen op de zorg voor de zwakkeren vallen niet goed bij burgers, zeker als hierdoor grote verschillen ontstaan tussen gemeenten’, zegt directeur Allers van Coelo.